Vraag:

  • jun 2021
  • Kees van Lunsen
  • 5
  • 1421
  • Moderator Raadbaak
Kees van Lunsen
De Raadbaak
  • mr. Samira El Batioui
  • Menke Rozeboom
  • x
  • Moderator Raadbaak

In een scheidingszaak stellen partijen gezamenlijk vast dat de koopwoning €300.000 waard is. De vrouw gaat aan de slag om de financiering rond te krijgen. Ondertussen ontploft de huizenmarkt en wordt de woning meer waard. De man besluit op de eerdere afspraak terug te komen. Vrouw is het oneens

Reacties

5 reacties, meest recent: 23 juni 2021
  • De vraag is of deze man op zijn eerder akkoord over de verkoopprijs mag terugkomen? Er is immers een mondelinge overeenkomst.

    Kees van Lunsen
  • Aangepast op 20 juni 2021

    Volgens de Nederlandse wet bepaalt art. 6:265 BW dat een overeenkomst onder omstandigheden kan worden ontbonden. De man in kwestie lijkt kennelijk van de overeenkomst af te willen, dus een logische juridische vraag hierop lijkt me: "Kan de mondelinge overeenkomst worden ontbonden met een geslaagd beroep op dwaling dat is neergelegd in art. 6:228 BW?"

    Kortgezegd, zijn de voorwaarden van art. 6:228 BW:

    1. Onjuiste voorstelling van zaken;

    2. Causaal verband tussen dwaling en totstandkoming van de overeenkomst;

    3. Eén van de drie in de wet genoemde dwalingsgevallen (sub a, b of c);

    4. Kenbaarheidseis;

    5. Geen toekomstige gebeurtenis;

    6. Dwaling komt niet voor rekening van de dwalende.

    Met de informatie die ik nu heb van de casus en de voorwaarden van de wet, is het antwoord dat de man geen geslaagd beroep kan doen op dwaling. Er is namelijk niet aan alle voorwaarden van dwaling voldaan. De vrouw/man kan dus niet zomaar van deze mondelinge overeenkomst af.

    x
  • Goedemorgen Kees,
    Afspraak is afspraak, dit geldt ook voor een mondelinge afspraak. Het lastige van een mondelinge afspraak is alleen dat als de man de afspraak ontkent, de vrouw moeilijk kan bewijzen dat er een afspraak was. Of mogelijk was het een voorlopige afspraak, onder voorwaarden, bijv een taxatie (was er dan wel overeenstemming over de peildatum?). Als beiden wel erkennen dat er een onvoorwaardelijke afspraak was per die peildatum, en dat de man hiervan achteraf wil afzien, met als enige reden de waardestijging, dan is dit geen geldige reden, en blijven beiden gebonden aan de eerdere afspraak. Zo nee, dan ligt alles weer open. Staat voor dat geval wel de peildatum vast voor de waarde van de woning, bijv de datum van echtscheiding? Dan kan een taxatie duidelijkheid geven.
    Succes ermee, laat je ook weten hoe het afloopt?
    Vr groet, Menke

    Menke Rozeboom